Niemandsland rond de Poolcirkel
Door: Lidy en Dick
Blijf op de hoogte en volg Dick
08 Juli 2018 | Noorwegen, Ramberg
De miezerregen tikt vanmorgen onophoudelijk tegen het tentdoek aan. Gisteravond begonnen en sindsdien niet meer opgehouden... Gelukkig werd de regen heel even wat minder. Voor ons reden om snel op te breken en de camping te verlaten. Nou ja, camping. Eigenlijk een motel waar vooral arbeiders die werken aan een nieuw te bouwen tunnel onderdak vinden. Een tentveldje is er niet maar gelukkig wel een mooi huisje met keuken en eettafel helemaal voor ons alleen. De hytter waren grotendeels bezet door motorrijders. Ook geen pretje in dit weer om op de motor te rijden. Wij volgen nog steeds de kustweg nr 17 en hebben een dag met drie veerboten voor de boeg. De trajecten tussen de veerboten zijn circa 30 km lang. Volgens de afvaarttabellen halen we het nèt of niet. Nou, we zien wel. De miezer houdt op en het is droog. De wolken trekken op tegen de steile hellingen van de bergen. Soepeltjes draaien we de benen rond, de korte hellingen deren ons steeds minder zo merken we na 4 weken fietsen. Op de kade van de eerste veerboot van vandaag stonden een paar campers te wachten. Er was een wachtruimte die de afgelopen 30 jaar niet was aangepast en dat was het wel zo'n beetje. De veerboot brengt ons van Kilboghamn naar Jeksvik (opzoeken mensen!) een overtocht van ongeveer een uur. Na een half uurtje de jassen aangedaan en naar het zonne(!)dek gegaan. We waren de enige op het dek. Het was goed opletten maar opeens was ie er: de Polarbol die de markering van de Poolcirkel aangeeft! Opgetogen maken we foto's en zelfs de selfie, waar we inmiddels al jaren zonder succes op oefenen, is gelukt. In Jeksvik aangekomen verdwenen de campers en auto's snel uit zicht en stonden we op een verder verlaten kade. Een schamel bord uit vervlogen tijden gaf een Spar-winkel aan. Het bleek een kleine Joker-winkel te zijn met een klein koffiecafeetje. De inrichting ervan was sober: aan de zijkanten stonden formica-tafeltjes met stoelen. Aan het einde van de ruimte stond de bekende Noorse koffiepomp met daarnaast een koelvitrine met een paar schamele gebakjes. Het bedienend personeel begroeten ons vriendelijk maar dat was het dan ook wel. De andere gasten, van geblokt postuur, keken stoïcijns voor zich uit en verlieten even later het pand. Zijn we hier in een voormalig Sovjet-enclave terechtgekomen? Het is duidelijk: we zijn de poolcirkel gepasseerd. Na de koffie en de calorierijke chocoladetaart vervolgen wij onze weg naar de volgende veerboot. Niemand meer tegengekomen. Mij viel op dat zelfs de vrolijke Witte Kwikstaartjes ons niet meer begeleiden. Geen vogel meer te zien of te horen, ook het Fluitenkruid dat elders volop aanwezig was liet het afweten. Wij rijden verder door een verlaten landschap. Een fjord met groene hellingen en optrekkende mist. Alleen het gehucht Breivik komen we nog tegen. Sinds een aantal jaren een lugubere naam in dit land. Een mysterieus stukje Noorwegen nog niet aangetast door de tijd zo lijkt het. Wij zijn er stil van geworden. Alleen het geluid van onze Rohloffnaven en het gezoem van onze banden verstoren de stilte. Later zouden we tegen elkaar zeggen dat dit misschien niet het mooiste stukje Noorwegen was, maar wel één om te onthouden. De tweede veerboot brengt ons van Åskaret naar Vassdalvik. Daar aangekomen een heel andere sfeer: meer levendigheid, auto's, een hele grote Sparwinkel en een mooie picknickplaats. De betovering is verbroken, we zijn weer in het Noorwegen van 2018. En die derde veerboot? Ook nog gehaald dankzij de nog immer aanwezige topsportmentaliteit van Lidy.
Inmiddels hebben we de kustweg geheel afgefietst en in Bodø de oversteek gemaakt naar de Lofoten. Pfffoe, indrukwekkend hier hoor! Een mooi onderwerp voor ons volgende reisverslag.